Deze maand bestaat het radioprogramma Wat een Taal van de NPS precies twintig jaar. Het is in die tijd uitgegroeid tot hét programma voor de taalliefhebber die zich op donderdagochtend vrij kan maken om naar de radio te luisteren -- van de huisvrouw met alleen lagere school tot en met de hoogleraar in de taalwetenschappen.
(Dit artikel verscheen in Onze Taal, januari 1998)
Toen Jannie Verheijen in 1986 redactrice werd van het programma Wat een Taal, werd een droom werkelijkheid. Zo'n acht jaar eerder had ze op een zondagavond tijdens de afwas in de ouderlijke woning de radio aangezet toen een van de eerste afleveringen werd uitgezonden. Het programma heette nog De Taalshow en werd gepresenteerd door Jan Roelands. ``Wat prachtig,'' had ze gedacht ``Als ik daar later eens kon werken.''
Deze maand bestaat het programma precies twintig jaar. Verheijen vormt ondertussen in haar eentje de redactie, ze bedenkt de onderwerpen, zoekt de gasten uit en bereidt met presentator Henny Stoel de uitzendingen voor. Al bijna twaalf jaar vormt Wat een Taal een belangrijk deel van haar leven.
Tot aan zijn dood in 1989 was Jan Roelands de drijvende kracht achter Wat een taal. ``Hij was een echte, ouderwetse, radiomaker'', zegt Verheijen, ``met een prachtige stem en met sterke zelfgeschreven teksten. Hij zat soms een hele dag te schaven aan de verbindingstekstjes die hij tussen twee onderwerpen uitsprak. En hij was een vat vol ideeën, nieuwe rubriekjes en nieuwe vormen.''
De vaste medewerkers aan het programma zijn nog steeds lovend over Roelands. Dana Constandse bijvoorbeeld, die al bij de eerste plannen voor het programma betrokken was: ``Als ik met hem sprak, was ik vaak echt verbaasd. `Ja, dat kun je ook nog allemaal doen met taal', dacht ik dan. Misschien juist omdat hij helemaal geen taalkundige opleiding had. Dan had hij weer een gesprek met iemand van de telefoondienst over de beste manier om een telefoonnummer uit te spreken: vijf-twee-zeven, tweeënvijftig-zeven, of vijf-zevenentwintig? Daar denk je als neerlandicus niet zo snel aan.''
Ook taalkundige Joop van der Horst heeft veel van Roelands geleerd: ``Radioteksten schrijven, een tekst zo opstellen dat het net klinkt alsof je hem in de studio improviseert, is een vak. Hij beheerste dat.'' De eerste serie die Van der Horst maakte, ging over de geschiedenis van het Nederlands. ``Daar heeft Roelands nog veel tijd in gestoken om hele stukken te herschrijven.'' In de zomer van 1997 verzorgde Van der Horst overigens een serie programma's over hetzelfde onderwerp. Hij heeft ondertussen zoveel ervaring opgedaan dat het deze keer niet eens nodig was de teksten uit te schrijven.
Er is meer aan het programma veranderd in de loop der jaren. Het is actueler geworden. Na de dood van Roelands werd Wat een Taal een aantal jaar gepresenteerd door Frits Spits, die een strak programmastramien voorstond: korte gesprekken, veel vaste rubrieken, en veel nieuws. De laatste jaren zijn de banden van het stramien weer wat minder knellend geworden. Er is iets meer tijd voor een gesprek # al is een half uur per week voor het enige taalprogramma op de Nederlandse radio natuurlijk nog steeds te weinig. Sinds januari 1995 wordt het programma gepresenteerd door Henny Stoel.
Vaste rubrieken zijn er nog steeds: over woorden en uitdrukkingen die betrekking hebben op het menselijk lichaam bijvoorbeeld, of over het `favoriete woordenboek' van verzamelaars. Heel populair is `Fout volgens...' waarin bekende taalgebruikers in een column hun ergernis mogen spuien. Martine Bijl, Karel van het Reve, Annemarie Grewel, Cisca Dresselhuys, J.L. Heldring en vijfennegentig anderen hebben in de loop der jaren al hun beklag mogen doen.
Elke maand bespreekt een deskundig panel actuele taalgebeurtenissen. Veel bekende taalkundigen hebben al een plaats gehad in dit panel: Constandse en Van der Horst, maar ook Liesbeth Koenen, Rik Smits, Anneke Neijt en Rieks Smeets.
``Sinds anderhalf jaar vormt ons panel bijvoorbeeld een soort schaduwjury bij de grote literaire prijzen, zoals van Libris en van de Generale Bank,'' zegt Verheijen. ``In de uitzendingen voorafgaand aan de prijsuitreiking bespreken onze deskundigen de genomineerde boeken, waarbij ze nu eens niet letten op literaire maar op taalkundige kwaliteiten. Tot nu toe is de voorkeur van ons panel altijd naar een ander dan de uiteindelijke winnaar uitgegaan.''
Het twintigjarig bestaan van Wat een Taal zal worden gevierd met een manifestatie in Amsterdam. Luisteraars, medewerkers en oud-medewerkers zullen daar delen in elkaars `liefde voor taal' -- het thema van de manifestatie. Op 15 januari wordt in een extra lange uitzending van het programma uitgebreid verslag gedaan van deze middag.
Volgens Verheijen heeft Wat een Taal een groot vast publiek ``van huisvrouwen met alleen lagere school tot en met hoogleraren in de taalwetenschap''. Dana Constandse, die elke aflevering kritisch beluistert, en een keer in de maand langskomt om alles met Verheijen en Stoel door te spreken, vindt dat terecht. ``Hoe meer aandacht er voor taal is, hoe beter. Wat een Taal is nog steeds een boeiende mengeling van speelse en serieuze informatie over taal. Te veel mensen denken nog dat taal alleen maar gaat over spelling en ontleden, over goed of fout. Wat een Taal laat zien dat er meer te beleven is. Veel meer.''
Wat een Taal. Iedere donderdag, 10.30-11.00, radio 5. Jublieumuitzending: donderdag 15 januari 1998, 10.30-12.00, radio 5.