Beslissende Boek: Het gemillimeterde hoofd

Marc van Oostendorp

(Verschenen in Post Scriptum, tijdschrift van de vereniging Ex Libris van afgestudeerden aan de Letterenfaculteit in Tilburg)

00.

O,was ik nog maar zeventien. Bernd, die al natuurkunde studeerde zei me in het café dat ik eens een boek van Gerrit Krol moest lezen. Daar zou ik waarschijnlijk veel plezier aan beleven, hijzelf vond het in ieder geval heel erg goed — een perfecte combinatie van taal en wiskunde, Marc, van wetenschap en literatuur, wat wil je nog meer.
Ik had veel bewondering voor Bernd, met zijn natuurkundestudie en zijn vioolspel en zijn humor en zijn hechte vriendschap met een meisje van mijn leeftijd dat altijd zo helder kon lachen en trouwens ook prachtig vioolspelen. Dat meisje was overigens niet verliefd op Bernd, dat was duidelijk. Ze was verliefd op de dirigent van het orkest waar we alle drie in speelden. Ik ging naar de winkel en kocht op een zaterdagmiddag Het gemillimeterde hoofd, dat zeventien jaar eerder verschenen was.

Zaterdagavond ging ik op mijn onverwarmde kamer zitten in de oude stoel die daar stond en begon te lezen. Er was veel dat ik niet begreep, de wiskunde die Krol af en toe gebruikt om iets duidelijk te maken, daar snapte ik bijvoorbeeld echt geen ene moer van. Het hielp ook niet dat er op het omslag van de Salamanderpocket die ik had twee citaten van wiskundigen stonden waarvan de een beweerde dat de wiskunde onbegrijpelijk was en een ander die beweerde dat de wiskunde geniaal was.

Maar dat maakte allemaal niet uit, op de een of andere manier, door de toon waarop het verteld werd, had ik het idee dat dit boek over mij ging, over wie en hoe ik zou zijn als ik ergens in de dertig zou zijn — mijn houding tegenover wiskunde en taal en vrouwen en het leven stonden beschreven in dat boek.

01.

Waar gaat Het gemillimeterde hoofd over? Ik heb het onlangs, nu ik vierendertig ben maar weer eens herlezen. (Er waren tijden dat ik elke dag in dat boek las, maar die tijden zijn helaas voorbij) en ik moet zeggen: het is me nog steeds niet duidelijk. Althans, ik heb geen idee wat de schrijver 'bedoeld' heeft met dat boek, en soms lees ik een artikel over het werk van Krol en dan blijkt dat te gaan over allerlei thema's (waarheid en onwaarheid, de manier om de werkelijkheid af te beelden, schuld en onschuld), maar niet over de dingen die mij aantrokken toen ik zeventien was, en nu ik vierendertig ben nog steeds.

Het gemillimeterde hoofd lezen is voor mij net zoiets als een wandeling maken door een landschap met verse sneeuw, vorst in de lucht en een winterzonnetje. De wereld is licht en helder en transparant, maar tegelijkertijd weet je dat de wereld die je nu ziet een deken is die op een andere wereld ligt die je niet kunt zien, en die ingewikkeld is en bestaat uit modder en rottende bladeren. Het boek gaat misschien over de onmogelijkheid om de wereld te beschrijven met taal of wiskunde, maar toch vooral over de winter, de wiskunde, de logica.

Het boek heeft een merkwaardige structuur, het bestaat uit allerlei korte stukjes zonder duidelijk verband. Sommige van die stukjes beschrijven een wiskundige kwestie, andere stukjes de beslissende boeken van de auteur (De zachtmoedige van Dostojewski), of het leven op een kantoor, of het leven als student, of de vrouwen. Het hoort allemaal duidelijk bij elkaar, maar dat komt denk ik nu toch vooral door de toon.

10.

Mijn haar is tegenwoordig gemillimeterd. Ik denk dat ik wel ongeveer de persoon geworden ben die in Het gemillimeterde hoofd beschreven staat. Ik ben taalkundige, ik probeer formalismen te bedenken voor taal. Ik houd meer van de winter dan van de zomer. De zachtmoedige heb ik aandachtig gelezen.

Maar er zijn ook verschillen. Ik houd meer van Tolstoj dan van Dostojewski. Het werk van Gerrit Krol volg ik wel — ik heb bijnal alles gelezen — maar er zijn veel boeken die ik minder vond dan Het gemillimeterde hoofd. Ik vond ze misschien eigenlijk allemaal minder, behalve 60.000 uur, dat enkele jaren geleden verscheen en een autobiografie is over de tijd die Krol in loondienst heeft doorgebracht.

Nou werk ik zelf op het Meertens Instituut, het decor van die andere beroemde roman over een werkplek, maar als ik gepensioneerd ben, zal ik toch waarschijnlijk meer de man zijn uit 60.000 uur dan van Het Bureau van J.J. Voskuil. Het plezier die Krols hoofdpersoon heeft bij het beschrijven van een systeem van oliewinnende apparaten ligt veel dichter bij mijn eigen gevoel op het werk dan het chagrijn van Maarten Koning die iets moet schrijven over de trouwring.

11.

O, was ik nog maar zeventien.