Uit: Dré Brugmans, Wim van Dijk, Jan van Oostendorp (redactie). Muzikale vorming. Reader I. Wolters-Noordhoff, 1975, pp. 87-103.
Een artikel van mijn grootvader. Ik heb het zo nauwkeurig mogelijk overgenomen, inclusief enkele zetfoutjes. Het artikel wordt voorafgegaan door de volgende bibliografische notitie:
"Dit artikel, geschreven door J. van Oostendorp, geeft aanwijzingen voor het maken van geluidsspeelgoed voor jonge kinderen, alsmede enige wenken voor het werken daarmee in een muziekles. Het is (met enige wijzigingen) met toestemming van de uitgever overgenomen uit het tijdschrift Aldoende van de NSKV, Muurhuizen 9 te Amersfoort, welk blad informatie geeft over velerlei gebieden van creatieve vorming."
In dit artikel worden enige praktische aanwijzingen gegeven voor het bouwen van geluidsspeelgoed voor het jonge kind, gevolgd door enige tips voor het werken daarmee in de praktijk van de muzikale vorming van kleuters en leerlingen van de eerste klassen van de basisschool.
De hier gegeven inlichtingen over dit geluidsspeelgoed zijn alle ontleend aan een boek Kinderinstrumente. Het boek is uitgegeven door de Rheinische Musikschule, Konservatorium der Stadt Köln, 5 Köln 30, Vogelsängerstrasse 28-32. Nadrukken ervan is toegestaan, indien men daartoe toestemming vraagt. Mauricio Kagel (waarover hierna nader) zegt in het voorwoord dat het nabouwen van de voorgestelde klankvoortbrengers in iedere vorm is toegestaan. Wie is Mauricio Kagel?
Mauricio Kagel is een van de meest vooruitstrevende hedendaagse componisten. In samenwerking met Gertrud Meyer-Denkmann, schrijfster van enige boeken over een vernieuwd muziekonderwijs (die door Wolters-Noordhoff in een Nederlandse vertaling zijn uitgebracht) en met prof. dr. Georg Heike, deskundige op het gebied van de akoestiek, werd in het najaar van 1971 een cursus gehouden met als onderwerp Kinderinstrumente, hetgeen resulteerde in de uitgave van het genoemde boek.
Dat deze cursus tot stand kon komen geeft er blijk van dat niet alle componisten zich nog wensen op te sluiten in hun ivoren toren, maar dat zij als componist, als "vinders van klanken" in nauwe relatie willen treden tot de maatschappij. En tot de muziek die in onze maatschappij een rol speelt, behoort óók de kleuter!
In deze visie is het bouwen van instrumenten niet meer het geprivilegieerd jachtterrein van instrumentmakers of van speelgoedfabrikanten, maar behoort het ook een taak te zijn van componisten, in samenwerking met pedagogen, psychologen en, last but not least, van de kinderen zelf.
Mauricio Kagel ontwierp een plan om in samenwerking met de bezoekers van de cursus nieuwe klankvoorwerpen te ontwikkelen, die in verschillende kleuterscholen op hun bruikbaarheid, speelfunctie en akoestische mogelijkheden zouden worden onderzocht. Het was daarbij allerminst de bedoeling met de kleuters nu eens allerlei infantiele muziek te gaan maken. Veeleer ging het daarbij om experimenten in dienst van de muzikale activiteiten van de kleuter.
Bij het uitdenken en ontwerpen van allerlei nieuwe 'instrumenten' bleek, dat de bezoekers over veel creativiteitszin beschikten. De bezoekers(sters) beperkten zich niet tot componisten, muziekleraren en andere onderwijsmensen; ook maatschappelijk werkers(sters), decorbouwers, verpleegsters en studenten leverden bijdragen.
N.B. De lezer of lezeres moet vooral niet de onder leiding van de componist Mauricio Kagel 'uitgevonden' instrumenten zien als een soort vergroting van het 'Orff-instrumentarium'. De uitgangspunten zijn totaal anders. Bij het Orff-instrumentarium zou men kunnen spreken van een min of meer afgesloten geheel van instrumenten, terwijl de hier besproken instrumenten mogelijkheden openhouden voor uitbreiding, wijziging, nieuwe vondsten en voor het werken op een waarlijk fantasierijke en creatieve manier.
In het cursusjaar 1972/1973 had ik gelegenheid op ruime schaal met het hier besproken materiaal te experimenteren op verschillende kleuterscholen, op ouderavonden, enz. Ouders van de leerlingen van de opleidingsschool voor kleuterleidsters (een 12-tal) verklaarden zich bereid om ten behoeve van het werk in de kleuterscholen de instrumenten te gaan nabouwen. En zij deden méér dan dat. Al werkende kwamen deze ouders tot het realiseren van 'instrumenten' die ontworpen waren volgens hun eigen ideeën. Vier maanden lang werd iedere week een hele avond besteed aan het maken van de instrumenten, tot grote voldoening van de ouders (en van mij!). Een voorbeeld dat naar mijn mening navolging verdient. Er zijn heel veel mensen, waarbij de creativiteit als het ware braak ligt. Wijs op mogelijkheden en... men is dan dankbaar voor de geboden mogelijkheid.
Dit 'instrument' is betrekkelijk gemakkelijk te vervaardigen. Rondom een houten, ingekerfd plankje (150 cm lang, 5 cm breed), worden vlakke zijkanten aangebracht. Over het zo ontstane loopvlak rolt een houten kogel van 50mm doorsnede. Wil men voorkomen dat de kogel er steeds uitvliegt, dan moeten de zijkanten iets hoger worden gemaakt en aan de bovenkant nog een latje worden bevestigd. Als materiaal kieze men bij voorkeur hard hout.
Rollbahn
Kleppersandalen zijn, zoals de foto laat zien, gewone houten sandalen met dubbele zolen.
Klappersandalen
De 'Prallkugelkasten' is zeer eenvoudig te maken. Ze bestaat uit een resonanskast met 3 kogels, die met elastiek op de kast zijn bevestigd. Men kan ze stevig laten terugkaatsen of een klank ermee voortbrengen, door zacht over de kogels te strijken.
Resonanzkasten (Prallkugelkasten)
Resonanzkasten (Spiralfederkasten)
De 'Spiralfederkasten' bestaat uit drie op een resonanskast bevestigde stalen spiraalveren. Gemonteerd op een houten kast geven ze een doffe, lichte toon; op blik is de toon daarentegen helder en luid. Men brengt geluid voort door het gebruik van een harde (trommel)stok of door te wrijven over de houten steunblokken.
De 'Sanzakasten' heeft op de resonanskast een dwarshout, waaronder verschuifbare staafjes van metaal of van kunststof worden geklemd. (Dikke breinaalden bijv. blijken in de praktijk niet te voldoen, daar ze snel hun spankracht verliezen). Aan het einde van de staafjes worden houten kogels bevestigd. De staafjes worden met een tokkelbeweging aangeslagen. Met een kleine schroef kan men de kast aan de kant van een tafel bevestigen.
Resonanzkasten (Zansakasten)
De bongo's maken we uit rollen karton of uit plastic buizen van verschillende lengte (en/of doorsnede). Ze worden aan één zijde afgesloten met een membraan van karton, plastic of blik. Membramen van karton en plastic kunnen worden aangeslagen met de handen, of met stokken; membramen van blik gaan klinken door te stampvoeten.
De 'Prallkugelbongo's' worden eveneens gemaakt met membramen van plastic of van karton. Verder wordt een kogel aangebracht (doorboorde houten kogel, 25 mm doorsnede, die met elastiek over het membraan wordt gespannen).
Beide soorten bongo's kunnen zowel afzonderlijk worden gebruikt als verenigd tot een groep (zie foto's).
Bongos (Prallkugelbongos)
Bongos (Röhrenbongos)
Blikken van verschillend formaat worden van kogels voorzien en met metalen schroeven op een plank gemonteerd.
Prallkugeldosen
Deze instrumenten zijn bij de kleuters zeer geliefd. De deksels van de kasten zijn verend gemaakt. Wanneer men erover loopt slaan de deksels op de zijkanten, die zijn voorzien van metalen stroken (hard geluid) of van vilten stroken (een zacht geluid).
Enkele tips voor de toepassing in de praktijk van de muziekles.
De hiervoor beschreven 'instrumenten' zijn bijzonder geschikt om ermee op een creatieve manier met de kleuters bezig te zijn. Enkele van de vele mogelijkheden wil ik hier noemen. Met nadruk wijs ik er echter op, dat deze voorbeelden niet bedoeld zijn letterlijk te worden nagevolgd. Belangrijker is het dat leidster en kleuters eigen fantasie laten werken en zoeken naar speelvormen die kunnen voortvloeien uit de belevingswereld van de kinderen in een groeps- of lessituatie.
Stel de instrumenten op, verdeeld over de ruimte van een (speel-)lokaal. Laat daarna de kinderen binnenkomen, wacht af wat er gebeurt, geef ze gelegenheid ieder op een eigen manier ermee te gaan spelen. Op deze manier zullen ze, zèlf onderzoekend, velerlei mogelijkheden ontdekken om het materiaal te hanterenr en er klanken aan te ontlokken. Jonge kinderen nemen misschien eerst een afwachtende houding aan, beginnen met voorzichtig tasten de instrumenten te gebruiken; oudere kleuters zijn meer geneigd er onmiddellijk op af te stormen, ze in bezit te nemen, er geluid mee te maken enz.
Mirlitonkugel
Mirlitonkugel
1-9 Klangwürfel
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Nadat de kinderen met het materiaal vertrouwd zijn geraakt stellen we dit in een ander speeluurtje nog eens op en verzamelen de kinderen rondom ons. We vragen dan bijv.: "Wie weet een instrument te vinden dat ratelt (dat klappert, ritselt, enz.)" Eén van de kinderen mag een instrument uitzoeken dat het gevraagde geluid geeft. De andere kinderen keuren mee en beoordelen of het een ratelgeluid, een klappergeluid enz. is. Ook vragen we: 'Wie kan het geluid met de mond nadoen?' Ten slotte bespeelt het ene kind het instrument, waarbij de andere kinderen, scherp toeluisterend, zich vrij in de ruimte gaan bewegen op de manier 'zoals het instrument doet'. De kort afgebroken klanken op een resonanskist bijv. zullen aanleiding geven tot geheel andere bewegingen dan de klanken van bongo's enz.
Een volgende keer kunnen we eens nagaan of de kinderen de klanken van de verschillende instrumenten reeds goed kunnen onderscheiden. Eén kind doet een bepaalde beweging voor (bijv. langzaam/snel lopend, huppelend, strompelend, aarzelend, zoekend enz.). We vragen dan: 'Welk instrument kunnen we voor deze beweging het best gebruiken?'. Een ander kind gaat vervolgens het gekozen instrument halen en bespelen. Allen bewegen zich daarbij vrij in de ruimte.
Een aardig experiment is ook het volgende. De instrumenten zijn zodanig opgesteld dat de kinderen ze niet kunnen zien. Eén mag naar een instrument toestappen en daarop kort iets spelen. De anderen luisteren daarbij scherp toe. Eén van de 'luisteraars' mag dan naar het instrument stappen dat naar zijn mening bespeeld is en imiteert hetgeen hij heeft gehoord. De groep beslist of het goede instrument werd gekozen, het geluid goed werd nagedaan enz. Ook dit experiment doen we weer samengaan met verschillende soorten bewegingen.
Saugnapfrolle
Twee kinderen kunnen een 'gesprek' voeren waarbij ze óf eenzelfde soort instrumenten gebruiken, óf contrasterende. Ieder speelt om de beurt in een soort vraag- en antwoordspel, waarbij alle speelmogelijkheden, gewone en ongewone, toepassing kunnen vinden. Evenals in een echt gesprek kunnen de instrumenten elkaar ook 'in de rede vallen', proberen elkaar te plagen, te storen, enz. Eventueel kunnen we de andere kinderen, die we in twee groepen indelen, iedere groep behorend bij één van de twee spelers, met bewegingen op het gesprek laten reageren.
Hörspielhäuschen
Flopstock
Flüstertüten
We maken een orkest en vormen bijv. drie groepen, iedere groep met instrumenten die qua karakter met elkaar overeenkomen. Verder hebben we van tevoren vier kartons in verschillende kleuren gemaakt (briefkaartformaat). Iedere groep moet op één van de kleuren reageren. Wanneer een kleur door het kind dat als dirigent is aangewezen, omhoog wordt gehouden, dan mag de desbetreffende groep daarop reageren zolang de kaart omhoog wordt gehouden. Het vierde (witte) karton heeft voor alle groepen dezelfde betekenis: doodse stilte bewaren. De dirigent(e) heeft veel mogelijkheden: hij(zij) kan de groepen snel met spelen laten afwisselen, kortere of langere rusten laten maken; hij(zij) kan twee, zelfs drie groepen tegelijkertijd laten spelen enz.
Wanneer de kinderen reeds meermalen met het speelmateriaal hebben gewerkt, kan de dirigent(e) door mimiek en andere bewegingen variatie in het spel brengen: langzamer en/sneller, zacht of sterk spelen, pauzes inlassen enz.
Alle kinderen krijgen een groot vel papier (behangselpapier?) en potloden, viltstiften of verf. Op de resonanskast laat de leidster nu vijf klanken horen en vraagt om het gehoorde te tekenen of te schilderen. Er zullen tekeningen ontstaan als de volgende:
Vervolgens spelen we op een paar sambaballen, waarvan het geluid misschien als volgt wordt weergegeven:
Het geluid van de kleppersandalen wordt misschien tot:
Na een ogenblik met een dergelijk spelletje te zijn bezig geweest, mag ieder kind nu zelf iets gaan verzinnen en tekent/schildert dan bijv.:
Deze 'composities' worden ten slotte op instrumenten nagespeeld.
De leidster verzint een verhaal dat aanleiding kan geven tot verschillende klankreacties. Groepen worden gevormd die op instrumenten bepaalde onderdelen van het verhaal illustreren, bijv. regenen of waaien (zachtjes, hard harder) met behulp van sambaballen; langzame stappen met een resonanskist; dansen met bongo's enz.
Het is mogelijk de gegeven voorbeelden met nog een groot aantal andere uit te breiden. Zoals echter hiervoor reeds opgemerkt, vragen de voorbeelden niet om slaafse navolging en bedoelen ze slechts de fantasie in werking te stellen en een beroep te doen op het creatieve vermogen. Een uitputtende behandeling van alle mogelijkheden zou daarop remmend kunnen werken. Ik vertrouw erop dat de lezer(es) van dit artikel met de kinderen nog vele andere manieren van omgang met het 'Kagel-materiaal' zal weten te vinden.
Lively Craft Cards 2, Making musical instruments door Peter Williams, Mills & Boon Ltd., Londen.
Ad. Heerkens "Er zit muziek in", J. Muusses n.v. Purmerend.
"Make your own instruments", Sterling Publishing Cy., Inc.