(Dit artikel verscheen in Onze Taal, april 2002)
"Het is een schande," zegt de Tilburgse taalwetenschapper Hans Broekhuis, "dat de Nederlandse overheid zo weinig geld steekt in de grammatica. De taal is een belangrijk cultuurgoed, dat het verdient om serieus bestudeerd te worden." Broekhuis is sinds 1997 leider van een ambitieus project waarin taalwetenschappers de grammatica van het Nederlands zo nauwkeurig en wetenschappelijk verantwoord mogelijk in het Engels te beschrijven: A Modern Grammar of Dutch (MGD).
Enkele duizenden pagina's heeft Broekhuis met zijn team al volgeschreven. Sinds deze maand kunnen deze gratis via het internet worden geraadpleegd. Er zijn als het aan Broekhuis ligt nog vele jaren en enkele duizenden pagina's te gaan. Als er tenminste subsidie gevonden kan worden om het project voort te zetten: de grammatica is te omvangrijk om met winst te kunnen worden verkocht, maar culturele subsidiegevers vinden het werk te 'wetenschappelijk'. Wetenschappelijke subsidiegevers zeggen juist dat de MGD teveel een samenvatting is van de gegevens die in eerder wetenschappelijk werk gepresenteerd is en te weinig vernieuwend eigen onderzoek bevat. Overigens is het eerste deel wel door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) gefinancierd.
Waarom is die grammatica zo dik?
"Het eerste deel, waaraan we nu nog werken, zal uiteindelijk ongeveer drieduizend bladzijden bevatten. Dat deel gaat over de vier belangrijkste woordcategorieën: het zelfstandig naamwoord, het bijvoeglijk naamwoord, het werkwoord en het voorzetsel. Voor daarna is er nog een deel gepland over de onderdelen van de zinsbouw die meer met de betekenis te maken hebben, zoals het gebruik van wederkerende en wederkerige voornaamwoorden, werkwoordstijden en zinontkenning. Als we ook dat deel afhebben, hebben we alleen nog maar de zinsbouw van het Nederlands beschreven, de syntaxis. Daarna zouden nog delen geschreven moeten worden over klankleer, woordvorming, betekenisleer en de structuur van teksten."
Maar zelfs dit eerste deel is al behoorlijk dik.
"Het lijkt meer dan het is. Het wordt voor een belangrijk deel gevuld door voorbeeldzinnen. Elk verschijnsel dat we beschrijven, hebben we uitvoerig willen documenteren met zoveel mogelijk voorbeelden. Maar voor een ander deel komt het ook doordat er in de afgelopen tientallen jaren heel veel onderzoek naar de Nederlandse zinsbouw is gedaan, dat heel gedetailleerde beschrijvingen mogelijk en noodzakelijk maakt."
"In sommige opzichten is de grammatica ongetwijfeld nog niet dik genoeg. Elke taalkundige die het leest, zal wel iets missen. De ideale grammatica van het Nederlands is oneindig dik."
Waarom was dit boek eigenlijk nodig? We hebben de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS) toch al?
"De ANS is een heel goed en nuttig boek voor iemand die geen taalkundige opleiding heeft, maar snel wil opzoeken hoe het ook alweer zit. Voor degene die meer details wil weten, of die het Nederlands niet machtig is, maar wel geïnteresseerd is in de structuur van onze taal is de MGD bedoeld."
"De Amerikaan Noam Chomsky gaf zijn eerste boekje in Nederland uit. Zijn werk is sinds de jaren zestig onder Nederlandse taalkundigen ongekend populair geweest. Mede daardoor is het Nederlands een van de best bestudeerde talen geweest binnen Chomsky's theorie. Helaas zijn artikelen en boeken die in die theorie geschreven zijn, over het algemeen zo technisch en wiskundig dat ze voor de buitenstaander nauwelijks te lezen zijn. Zelfs taalkundigen die zich niet gespecialiseerd hebben in grammatica, maar bijvoorbeeld in de manier waarop kinderen taal leren, of in taalstoornissen, of in het sociale functioneren van taal, kunnen dat werk maar moeilijk volgen. Terwijl ze misschien wel behoefte hebben aan een overzicht van de feiten die dit onderzoek heeft opgeleverd. Voor hen is de MGD in eerste instantie bedoeld. Voor niet-taalkundigen treden we misschien wel heel erg in de details."
Is het daarom ook in het Engels geschreven?
"Ja, veel taalkundigen zijn geïnteresseerd in taal als een algemeen-menselijk verschijnsel. Elke taal is voor hen daarom interessant, ook als ze haar zelf niet spreken. We gaan ervan uit dat er meer van dat soort lezers zijn, dan Nederlandstaligen die voldoende zijn geïnteresseerd in alle details van de syntaxis."
Wat is zo'n verschijnsel waar u gedetailleerder over bent dan andere grammatica's?
"Er zijn in het Nederlands twee soorten werkwoorden: de ene groep neemt het hulpwerkwoord zijn in de voltooide tijd ('de jongen sterft; de jongen is gestorven'), de ander neemt hebben ('de jongen danst; de jongen heeft gedanst). Dat verschil wordt in andere grammatica's wel genoemd, maar uit recent onderzoek is gebleken dat het correspondeert met andere verschillen tussen deze werkwoorden. Zo kunnen werkwoorden uit de eerste categorie níét, maar die uit de tweede categorie juist wél in de lijdende vorm worden gezet ('in het stadion werd gedanst' kan wel, maar 'in de ziekenboeg werd gestorven' kan niet). Omgekeerd kun je weer wel zeggen 'de gestorven jongen', maar niet 'de gedanste jongen'. Al die verschillen hangen met elkaar samen, maar dat is een vrij recent inzicht en komt in eerdere grammatica's niet tot zijn recht."
Wat is de lol van dit monnikenwerk? Is het niet saai?
"Nee, het is heel bevredigend om al die kennis die elke spreker van het Nederlands onbewust heeft over zijn moedertaal, nu eens expliciet op een rijtje te zetten. Bijna elke dag kom ik wel weer nieuwe dingen tegen, dingen die laten zien dat je theorieën en definities net weer iets moeten worden aangescherpt. Zo wisten we bijvoorbeeld wel dat je in oostelijke dialecten dingen kunt zeggen als ik heb de band lek of ik heb de vrouw ziek, in de betekenis 'mijn band is lek' en 'mijn vrouw is ziek'. Wat iedereen daarbij over het hoofd heeft gezien, is dat we in het Standaardnederlands ook wel degelijk een constructie hebben die hier sterk op lijkt. Die vind je bijvoorbeeld in de zin 'Na veel schrobben had hij eindelijk de kwasten schoon'. Hoe zit dat precies in elkaar? En wat zijn de verschillen met het dialect?"
Bestaat er al een vergelijkbare grammatica voor andere talen?
"Volgens mij niet. Er bestaan wel grote grammatica's voor bijvoorbeeld het Engels, maar die laten meestal het moderne onderzoek buiten beschouwing. Aan de andere kant bestaan er wel grammatica's die gebaseerd zijn op moderne theorieën, maar deze zijn voor buitenstaanders nauwelijks toegankelijk."
"Het Nederlands heeft met het Woordenboek der Nederlandsche Taal al het omvangrijkste woordenboek ter wereld. Daar is dan ook meer dan honderd jaar voortdurend aan gewerkt door een team van redacteuren. Soms ben ik wel jaloers op die woordenboekmakers. Het is kennelijk veel makkelijker om mensen te overtuigen van de zin van een dergelijke grootschalige onderneming als het om woorden gaat. Maar taal is veel meer dan de woordenschat. Als wij over dezelfde middelen konden beschikken als de makers van het WNT, zouden we een prachtige gedetailleerde grammatica kunnen schrijven."